Jan, kinesist, luisterend oor én knuffelaar
Jan heeft er net zijn ronde op zitten. Elke ochtend gaat hij langs de bewoners om te kijken hoe ze het die dag stellen. “Soms help ik de mensen uit bed, wat al een kine-oefening op zich is. Ik controleer of ze niet gevallen zijn, voel of ze pijn hebben en of ik ze ergens mee kan helpen”, vertelt hij. “En niet onbelangrijk: ik sla een babbeltje, maak een grapje of geef een knuffel: dat menselijke is belangrijk.”
Warme ontmoetingen
Jan straalt wanneer hij over zijn werk als kinesist in woonzorgcentrum Rubens vertelt. Intussen werkt hij hier al drie jaar deeltijds, maar hij doet zijn werk nog altijd met evenveel passie. “Als jonge kinesitherapeut voelde ik dat ik met oudere mensen wou werken”, vertelt hij. “Ik heb daarom voor een bijkomende opleiding ‘geriatrische kine’ gekozen en heb intussen een ruime expertise in de behandeling van oudere patiënten.” En saai is het volgens hem nooit. “Onze bewoners hebben levenservaring, ze hebben een leuk verhaal te vertellen”, lacht hij. “En ze zijn nieuwsgierig naar mijn verhalen. Hoe mijn vakantie of fietsweekend was bijvoorbeeld. Het zijn telkens warme en fijne ontmoetingen.”
Modern kinelokaal
Dat bewegen bij de emeis-bewoners belangrijk is, weet hij maar al te goed. “Wanneer je de hele dag zit, word je stroef. Wie meer beweegt, ontwikkelt betere spieren, sterkere botten én is beter gewapend tegen vallen. Mensen motiveren om te bewegen, is dus een van mijn voornaamste doelstellingen.” Jan maakt gebruik van het mooi verlichte kinelokaal waar een aantal moderne toestellen ter beschikking staan. Een hometrainer, looprek, loopmatje, massagetafel ... hij gebruikt ze allemaal. Tijdens de sessies train ik onder meer op kracht, evenwicht, oog-voet- en oog-handcoördinatie. Soms doen we oefeningen op een trapje of met een hindernissenparcours met kegels of boeken.”
Integratie in dagelijkse bezigheden
Jan probeert de kinesitherapie ook te integreren in de dagelijkse bezigheden van de bewoners. Dat is een hele verandering met vroeger, toen het vooral neerkwam op een uurtje gymnastiek. “Wanneer ik iemand niet recht genoeg zie wandelen, maak ik hem/haar er attent op om zijn/haar houding te veranderen”, legt hij uit. “Ik probeer vriendelijk tips te geven of ik gebruik de gemeenschappelijke ruimtes, zoals de trap, om oefeningen te doen. Soms werk ik ook in de kamer. Wanneer iemand nog in bed ligt, help ik hem/haar eruit en zonder te beseffen heeft hij/zij dan onder begeleiding geoefend om correct uit bed te komen.”
Jan zou zich geen andere job kunnen voorstellen. “In tegenstelling tot sommige sportlui, krijg je van onze bewoners vriendschap, dankbaarheid en warmte terug. Ik ken ze allemaal en behandel hen met evenveel respect. Een goeiendag, een schouderklopje of zelfs een knuffel: dat menselijke aspect is in onze sector belangrijk. Soms willen ze niet meer vooruitgaan, maar dankzij mij doen ze toch een extra inspanning en overtreffen ze zichzelf.”